|
||||||||
We moeten eerlijk bekennen dat we gecharmeerd zijn door het Malinese Songhoy Blues. Het lijkt ons namelijk niet simpel om door te breken met bluesy woestijnrock als er een burgeroorlog woedt in je thuisland. Het nieuwe album "Optimisme" wordt met open armen ontvangen. Het tijdschrift 'Rolling Stones' schreef reeds lovende recensies, en bij een eerste beluistering is onze bevinding dat er inderdaad geen band bestaat die beter de vreugde van hun muziek kan vastleggen. "Optimisme" is niettemin het meest gevarieerde album van Songhoy Blues tot dusver geworden met pakkend songmateriaal dat swingt en springt van begin tot einde. Tijd voor Rootstime om een kijkje te nemen bij deze muziekgroep uit Timboektoe. In Noord Mali vluchten deze jongens van Songhoy Blues voor de jihadisten, vertrokken naar Bamako en werden opgepikt door o.m. Nick Zinner van The Yeah Yeah Yeah's en door Damon Albern naar Engeland gehaald om in zijn voorprogramma te spelen in de Royal Albert Hall. Het was vijf jaar geleden dan ook de opvallendste nieuwkomer uit dat land sinds Tinariwen. Songhoy Blues bestaat uit 4 talentvolle, scherpe en doortastende jongens met een Afrikaanse ster-gitarist in spé: Garba Touré en hun sound is compact en direct met een stevige blues en boogie-basis, bijna alsof de groep Canned Heat opnieuw heeft uitgevonden, maar dan in een Afrikaanse variant. Een heel hecht geluid ook met meerstemmige zang en mooie soli. Ze mogen dan wel uit het exotische Mali komen, maar hun muziek doet niets van dat vermoeden. Het zijn gewoon vier alledaagse jongens die de gitaar, drums, en bas bespelen om met volle overgave hun verhaal te vertellen. Geobsedeerd door hiphop en R&B – waaronder de groten als Tupac Shakur en Craig David – maar ook bands als The Beatles, The Police, Bad Company en Jimi Hendrix, hebben deze jongens de perfecte manier gevonden om het nieuwe met de oude, traditionele Songhoy muziek te mixen. Ze hebben traditionele stijlen als de takamba en de meer moderne op gitaar gebaseerde klanken van Ibrahim Dicko, Baba Salah en Ali Farka Touré samen laten komen in een conventionele westerse sound. Het mengen van de moderne en traditionele sound is een echte uitdaging geworden voor de jongens van Songhoy Blues. Met hun vorige albums "Music In Exile" (2015) en "Résistance" (2017) hebben ze hun rijke, eclectische sound vervolmaakt en horen we in essentie rasechte blues. Daar waar het ooit vandaan kwam. Het viertal werd uit het noorden van Mali verbannen door een regime dat muziek verbood. Schandalig volgens de vier heren. "Muziek is een fundamenteel mensenrecht voor de ziel". Niet voor niets is hun derde album "Optimisme" een stuk steviger dan de vorigen. Het album staat vol protestliederen: "Ons openingsnummer Badala betekent zoiets als: we geven geen ene fuck", vertelt de groep. "We roepen niet op tot geweld maar roepen onze luisteraars op om te dansen!". En gedanst wordt er: "Optimisme" bruist van de energie en wordt met elke luisterbeurt beter. Voor dit derde album is de groep verrassenderwijs in zee gegaan met zanger / gitarist / producer Matt Sweeney, bekend van onder meer de bands Chavez en Zwan en een fraaie samenwerking met Bonny ‘Prince’ Billy. Sweeney heeft verder gelukkig niet aan het karakteristieke groepsgeluid gesleuteld maar heeft er vooral voor gezorgd dat de nieuwe songs van een super strak geluid zijn voorzien. Met hun eerste single "Worry", dachten we dat ze met hun vaak kritische boodschappen een meer universeel karakter aan hun songs wouden geven, maar "Optimisme" is meer dan enkel kritische boodschappen, het is vooral ook erg goeie muziek. De reeds vernoemde stevige opener "Badala" valt het meeste op en is zeker niet representatief voor de rest van het gebodene. Het is dan ook meer een ruwe punksong, treffend opgehangen aan één boodschap: "Het kan ons geen moer schelen". Daarna volgen nog tien songs, waarin funky bassen, Hendrix-riffs, soms een discoaccent en altijd veel repetitief gitaarspel de hoofdrollen spelen. Halverwege is "Barre" een geweldig aanstekelijk nummer, en brengen de hierna volgende nummer "Pour Toi" en "Bon Bon" wat meer reflectie, en ook afsluiter "Kouma" schurkt dichter bij de traditie van desert blues aan, maar grofweg wil Songhoy Blues ons vertellen dat als we blijven vechten, de glimlach vanzelf terugkeert. De heren van Songhoy Blues hebben gewoon iets prachtig uniek vast en met "Optimisme" tonen ze ons ook hoeveel ze in hun mars hebben.
|
||||||||
|
||||||||